geboren in 1716 aan de Boterdijk onder Uithoorn,
gedoopt in october 1767 door Pieter van Dam in de Doopsgezinde kerk in de Mennonietenbuurt onder Mijdrecht,
Doopsgezind, van beroep landbouwer in de Mennonietenbuurt aan de oostzijde van de Amstel, overleden op 28 maart
1789 in Mijdrecht, oud 73 jaar.
geboren ca. 1695 in Mijdrecht, gedoopt
op 30 april 1718 in de Doopsgezinde kerk in de Mennonietenbuurt onder Mijdrecht, Doopsgezind, overleden tussen
1749 en 1764 in de Mennonietenbuurt, weduwe van Willem Jansz BREGT, dochter van Pieter Simonsz Mandere en
Niesje Jans Trompetter.
geboren
in Noorden, gedoopt op 17 juni 1736 in de Gereformeerde kerk aldaar, op 11 juni 1780 vermeld als lidmaat van de
Hervormde kerk te Mijdrecht, overleden op 29 juni 1801 te Mijdrecht, oud 65 jaar, dochter van Maarte Jansz
Goedhard en Neeltje Chielen Goedtknegt.
NOT. AKTE (Anthonij van der Meer), Mijdrecht, 8 mei 1715, nr. 4018:
Huw.Voorwaarden tusschen Willem Jansen Brecht en Aeltjen Pieters Man. Willem Jansen Brecht, weduwnaar van Liesje Corver, wonende a/d Amstel onder de
Gerechte van Mijdrecht, toekomende bruidegom ter eenre, ende Aeltjen Pieters Mandere, Jongedochter, toekomende bruijd, wonende mede aldaer, geadsisteert
met Pieter Simonse Mandere, haar vader en voogt, alsmede Niesje Jans Trompetter, haer moeder, wonende te Mijdrecht ten andere zijde, enz.
DOOP AKTE, Mijdrecht Doopsgez. Kerk, 30 april 1718:
Gedoopt door Thijmen van Hilten: Aaltje [MOET zijn: Aagje] Pieterse, huijsvrouw van Willem Janse Brecht.
NOT. AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht, 11 april 1721:
Arie Pietersz Brouwer, woonende aende Botterdijk onder Uijthoorn, zijnde hij comparant sieckelijck, agt nemende hij comparant op de vooghdije van sijn na
te late kind off kinderen met name Marretje en Jan Aris Brouwer, verklaarde de selve met uijtsluijtingh van alle weesmeesteren off geregten, etc. te benoemen
tot voogden Claas Jans Man en Claas Jacobs van Veen.
Hen wordt opgedragen de nalatenschap aan de erfgenamen uit te keren wanneer deze 25 jaar oud zijn, of eerder bij huwelijk.
NOT. AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht, 22 nov. 1721:
Inventaris van den boedel en goederen soo als deselve bij Arie Pieters Brouwer in sijn leven weduwenaar en boedelhouder van Grietje Jans Cock sijn beseten en
bij hem in Junij deses jaars 1721 mette dood ontruijmd en nagelaten gemaackt bij mij Gerard van Ette notaris des Hofs van Utrecht residerende te Meijdrecht
in presentie vande naegenoemde getuijgen ten versoeke van Claas Janse Man en Claes van Veen als gestelde voogden vande voornoemde Arie Pieters Brouwer
of sijne naetelate kinderen bij de voornoemde Grietje Jans Cock verweckt ende ten opgeeven van Marretje Aris Brouwer naegelaten dogter van de
voornoemde Arie Pieters Brouwer, huijden deesen 22e November 1721 als, Eerstelijck een huijs, erff, berg en schuur staende ende leggende aende Botterdijck
onder den geregte van den Uijthoorn belent ten zuijden Claas Verbent en noorden Leentje Barten.
Item omtrent 27 mergen 94 roeden soo hoij als weijland leggende in Steenwijck aan de Botterdijck onder den Uijthoorn belent ten zuijden Claes de Boer,
westen 't Jaagpad, noorden Leentje Barten en oosten de Botterdijck.
Item omtrent een mergen landts leggende onder Aalsmeer, belent ten zuijden Willem Jacobse, westen d'Erffgenamen van Jacob Jacobse, noorden Pieter Lijsje
en Oosten dijck.
Nog omtrent 2 mergen land gelegen bij de stad en onder Jurisdictie van Haerlem en Haarlemmerlieden, strekkende van Spare tot de Somerwegh.
Item nog 5 turf ackertjes grood omtrent 400 roeden leggende inde Vrije Noordveen belent ten zuijden, oosten en westen de weduwe Hendrik Schipper en
Cornelis Dirks Swanenburgh.
Een obligatie groot in Capitaal vijff hondert guldens: spreeckende ten laste van Claas Smit ofte deselffs ....... te Thamen lopende tegen drie guldens ten
hondert int jaar, zijnde vand' 1 Meij 1707.
Nog een obligatie groot in Capitael 600 guldens spreeckende ter laste van 't gemene Land staende ten Comptoire der Stad Lijden op den naam van de kinderen
van Cornelis Leendertse jegens 4% certo sijnde vand' 31 maart 1699.
[Voorts:] 19 melck koeije, 4 melck vaerse, 2 guijsde vaerssen, 1 guijsde koe, 1 stier, 6 pincke, 11 kalveren, 7 swijne, item nog omtrent 40 koe hooij, 72
stucks kasen, 2 vierendeels boter, item nog in verschijde Specien inde Boedel in contanten bevonden f 2,339:10:8, Item nog 59 onbekende goude stucken geld
wegende omtrent 3 vierendeels, Nog omtrent 50 onbekende stucken silvergeld wegende omtrent 14 en 1/2 lood.
Ongemunt goud en silver: Vier gouden ringen, een silvere tuijg, een silvere hefdmesje, een silvere vorck, een hefd van een mes.
Linne en wolle: 16 Tafellakens, 25 servette, 9 lakens, 18 hensdoecke, 17 soo mans als vrouwe hemde, 35 soo kusse als Peulue slopen, 3 Nagtmantels, 1
Luiermand met sijn toebehoren, 3 heele Nieuwe linne webbens, 9 dito stucke Nieuw linne, 4 bedde, 15 bedde kussens, vijf peuluws, dertien deeckens.
Koper en tin: 37 Nieuwe tinne lepels, 6 dito bekers, een nieuwe dito beker, een dito boter pot, 6 dito schotels, 2 kopere bes. Panne, 9 kopere ketels, 3 metale
Potte.
[Voorts:] 1 klock, een ijsere kr..a, 2 schale en gewigt.
Eijndelijck nog eenige potte, pannen en andere klijnigheden, mitsgaders alle de gereedschappen tot de Bouwerije behorende vermits sulx de voogden is bekend,
werd alhier om corthijtshalve overgeslagen.
Aldus geinventariseerd ten daage en jare als boven en heeft de voorn: Marretje Aris Brouwer verklaart desen Inventaris en opgeving te weesen deugdelijck en
opreght sonder haars weetens daar van iets affgehouden off ter Quades trouwe verswegen te hebben, directelijck nog indirectelijck, belovende met te min soo
wanneer haar nae deese iets openbaar werd, 't zij tot voor off nadeel van deesen Boedel t'allen tijde daar meede deesen inventaris te sullen complementeren
en desnoots met Eede te sullen certificeeren, dat aldus assieerde ten sterfhuijse van voornoemde Arie Pietersz Brouwer, staende aende Botterdijck onder den
geregte van den Uijthoorn ter presentie van Jan Pietersz Cock en Jan Aris Man als getuijgen hiertoe versogt.
[was getekend:] Claes Janz Man, Claas van Veen, Marritje Aris Brouwer, Jan Ariese Man en Jan Pieterse Kok.
NOT. AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht, 17 jan. 1723:
Op heden den 17 Jan: 1723 compareerde voor mij Gerard van Ette, Openbaar Notaris s'Hofs van Utregt Residerende te Mijdregt in presentie vande
nagenoemde Getuijgen Gerbrand Teunisse Deecken, bruijdegom en Marretje Aris Brouwer, bruijt, wonende aen de Botterdijck onder den Uijthoorn en
verclaerden zij Camparanten bij deesen aentenemen zoo lange zij bijde in leven zijn en verders met versoecke van de gestelde voogden, haer tweede
Comparantes Broeder Jan Aris Brouwer, oudt seven Jaeren, deselve tot zijn veertiende Jaer in dees niet alleen bij gesondhijdt en Siekte met spijs en drank en
slaepplaets in haren huijse te versorgen, maar deselve ook te benaijen en bewassen sonder iets het aldermintse daer voor te pretenderen offte ooijt te sullen
eijsschen. Tot Naercoming van dien daer onder verbindende haere Persoonen en Goederen zoo hebbende als getuijgen deselve Subjecterende alle Regten en
Geregten, en Spesialijk den Ed: Hove van Utreght.
Aldus gedaen en gepasseert ten huijse vande Comparanten staande aande Botterdijck onder den Uijthoorn ter Presentie van Jan Pieterse Kock en Dirck
Pieterse Kock als getuijgen hierover versoght.
[w.g.:] Gerrebrant Teunisz Deken, Marrigie Aris Brouwer, Jan Pieterse Kok [Dirck Pieterse Kock tekende met een kruis]
NOT. AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht, 10 juni 1723:
Compareerde voor mij Gerard van Ette, Nots: s'Hoffs van Utrecht Resideerende te Mijdrecht in Presentie van de nae genoemde geuijgen Gerbrand Teunis
Deecken en Marritje Aris Brouwer, Echteld: naegelaten dogter van Arie Pieters Brouwer, wonende aande Hondebuurt onder den Uijthoorn ter Eenre en Claas
Janse Man en Claas van Veen als voogden over Jan Aris Brouwer, minderjarige naegelaten soon van voorn: Arie Pieters Brouwer volgend de acte daarvan op
den 11e april 1721 voor mij nots: en seeckere getuijgen gepasseert ter andere sijde, ons nots: en getuijgen bekend.
Te kennen gevende sij comparanten met elkanderen te hebben naegesien en geexamineert de staat en gelegenthijt des naegelaten boedels vande voorn: Arie
Pieters Brouwer en daar uijt nae rijp overleg overwogen te hebben waarmede elck sijn Erffportie souden kommen worden voldaen, so verklaarden sij
comparanten nae alvorens den Huijsraet en Inboedel soo van kisten, kasten, linne, wolle, koper en tin, ongemunt goudt en silver, als andersints als meed:
Haeff en vee en alle t' geene tot de bouwerije was behorende onder elkanderen te hebben verdeelt en sij, tweede comparanten hare portie als meede t' geen van
deselve goederen nog int gemeen was publiq hadden doen verkopen en daar van elck zijn geregtelijcke portie te hebben getrocken, omtrent de verdere
goederen met den anderen in alle min en vriendtschap te sijn geschift, geschijden en verdeelt in maniere als volgt:
Eerstelijck is aende eerste comparante in voldoening van haar erffportie aanbedeelt een obligatie groot in capitaal vier hondert guldens, spreeckende ten laste
van Claas Smith offte desselfs erffgenamen te Thamen, loopende tegens drie guldens ten hondert int jaar sinde van dato 1 Meij 1707.
Item voor haare geregte portie van de Contanten in den boedel bevonde f 1,169:15:0
Eijndelijck nog tot gelijckstelling van de obligatie van f 640.- de tweede comparant aanbedeelt, een somma van f 110.- welcke voorz: somma sij Eerste
comparante bij onderteeckeninge deeses bekenden ontfangen te hebben.
Waar tegens de voogden voor haar minderjarige is aanbedeelt:
Eerstelijck een obligatie groot in capitaal ses hondert en veertig guldens, spreeckende ten laste van 't gemeene land staande ten Comptoire der stadt Lijden op
de naam vande kinderen van Cornelis Leenderts jegens 4% sijnda van dato 31 maart 1699 no. 6 fol: 88, numm. 3025, Reg. fol: 329.
Nog voor haare portie inde Contante Penningen een somma van f 1,059:15:12, sijnde hier affgetrocke den somma van f 110.- dewelcke de 2e Comparenten
door de bovenstaande obligatie meerder als haar portie was aanbedeelt en sij aande 1e comparante hadden uijtgekeert.
Eijndelijck nog een somma van f 148.- tot voldoening van hare portie in den huijsraad en inboedel dewelcke onverkoght was gebleven en door de eerste
comparante ter verz: is opgenomen.
Welcke voors: schiffting, schijding en deling nae dat sij comparanten deselve van Post tot Post een en meermalen hadden naegesien en geexaminereert, sij
comparanten verklaarden te Landeeren en approbeeren en daarmeede volkomen genoegen en contement te nemen sonder dat den een tot laste van den
anderen eenige actie off pretentie direct of indirect meer Reserveert off openhoud off dat eenige goederen onverdeelt sijn gebleven, als een huijs, erff, berg en
schuur met omtrent seven en twintig mergen 94 roeden soo hooij als weijland leggende in Steenwijck aande Botterdijck onder den Uijthoorn, belent ten
suijden Claas Verbent, westen 't Jaagpad, noorden Leentje Barten en oosten den Boterdijck.
Item omtrent een mergen landt leggende onder Aelsmeer belent ten suijden Wilm Jacobse, westen de erffgenaemen van Jacob Jacobse, noorden Pieter Lijsje en
oosten den dijck.
Nog omtrent twee mergen land gelegen bij de stad en onder de Jurisdictie van Haarlem en Haarlemmerliede, streckende van Spare tot de Somerwegh.
Item nog vijff turff ackertjes groot omtrent vier hondert Roeden leggende in de Vrije Noorderveen, belent ten suijden, Noorden en oosten de weduwe Hendrick
Schipper en Cornelis Dirck Swanenburgh, in welcke goederen ider van hun comparanten sijne portie reserveert.
Bekende wijders ider de beschijden tot hun aanbedeelde behorende voor soo verre die in den boedel bevonden sijn geweest nae sig genomen te hebben,
quiterende den een den anderen van alles belovende daar op den een den anderens aanbedeelde rustig en vredig te sullen laeten possideeren en gebruijcken en
voor alle namaning costen schadeloos ten allen tijde op ende jegens een jegelijck 't sij in en buijten regten te sullen bevrijden ten dien eijnde voor bedagtelijck
renuncieerende van herschijding en Relieff en alle middelen deesen, off den .....hoven derselven contrerieerende.
Eijndelijck verklaarden sij eerste comparanten door het passeeren der voorn: schijding van al het geen 't haar van den voorn: haren vader Arie Pieters
Brouwer was competeerende door den voorn: voogden ten vollen voldaan te sijn, derhalven deselve ten vollen Quiteerende bij deesen haar bedanckende voor
haar gedane bewind en administratie, belovende de selve en haar nakomelingen ter sake voors: voor alle naamaninge op ende jegens een igelijck t'sij in en
buijten Regten ten allen tijde cost en schadeloos te sullen bevrijden.
Tot naarcominge vant' geene verstaat verbinden sij comparenten hare Personen en goederen, so hebbende als gekrijgende, deselve subjecteerende alle Regters
ende geregten en speciael den Ed: Hove van Utrecht.
Aldus gedaen en gepasseert ten huijse van den laasten comparant staande aanden Amstel onder Mijdrecht, ter presentie van Cornelis Philips de Jong en
Cornelis Jacobs de Jong als getuijgen hier over versogt.
[w.g.:] Gerrebrant Teunisz Deken, Marritje Aris Brouwer, Claes Jansz Man, Claes van Veen, Cornelis Philipus de Jong en Cornelis Jacobs de Jong.
PEET:
Op 12 feb. 1736 is Aegje peet bij de geboorte van haar broer Jan's dochtertje Aagje.
Zij wordt dan vermeld als Aagje Pieters Mandere, huijsvrouw van Willem Jans Bregt.
DOOP AKTE, Noorden GK, 17 junij 1736:
Geertje: Maarten Goedhart, vader; Neeltje Chiele Goedknegt, moeder en Geertje Tijsze Goedhart, getuige.
NOT. AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht, 4 jan. 1738:
Willem Jansz Breght treedt op als getuige bij het opmaken van het testament van Claes van Veen.
NOT.AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht, 11 dec. 1738:
Compareerden Willem Jans Breght en Aagje Manders, eghtelieden, wonende aan den Amstel onder Meijdreght, ende bekende bij desen voor hare Erve en
nakomelingen wel ende Deugdelijck schuldigh te wesen aan ende ten behoeve van de Mennonite Armen aan den Amstel onder Meijdreght een suijvere somma
van f 2.000.-, spruijtende uijt saake van Deugdelijck aan haer verstreckte en op intrest gegeve penningen ten haren volkomen genoege ontfangen ende ten
haren oirbaar geemploijert, enz., tegen 3% rente per jaar.
Getuigen: Marcelis Hendr: de Jongh en Jan Brouwer.
Gezicht op de Amstelmond, de plaats waar De Kromme Mijdrecht en de Drecht zich verenigen tot de Amstel.
Deze kant van de rivier de Mennonietenbuurt, op de achtergrond de Hervormde kerk van Uithoorn.
[Gravure van de hand van Jan Punt, 1736]
|
NOT.AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht, 28 juni 1739:
Compareerde Aegje Mandere, weduwe Willem Jans Brecht, wonende aan de Amstel onder Mijdrecht. Zij verhuurt aan Clement van Thol, wonende aan de
Cromme Meijdreght een huis, erf, berg en schuur met 31 morgen hooi- en weiland, gelegen aan de Cromme Meijdregt in de polder van Hofland, bezuijde de
Zuwe, in de volgende percelen:
a) | Seven Mergen in twee percelen strekkende het eerste van de kade af tot aan het houtland van de verhuurderesse, en de tweede van de verhuurderesse tot
de Thuijn, belend ten zuiden de verhuurderesse en Bastiaen van der Geer, en noorden Jacob Schoen en Cornelis IJsbrants.
|
b) | Het huis met 7 mergen, strekkende van de kade tot aan het land van Bastiaen van de Geer, de halve sloot kade, belend ten zuiden en noorden de
verhuurderesse.
|
c) | Tien mergen, strekkende van de verhuurderesse tot aan de Polder kade, belend ten zuiden de wed.Willem Jansz Brecht en de Heer Reijnier Luijk, en
noorden de weduwe Willem Jansz Brecht, Bastiaen van de Geer en de Polder.
|
d) | Vier mergen strekkende van de kade tot aan het land van Reijnier Luijk, de halvesloot kade belend ten zuiden ......... en noorden de verhuurderesse.
|
e) | Een camp groot 1.000 roeden, belend ten oosten Jacob Schoen, westen Cornelis Gerbrantz, zuiden de verhuurderesse en noorden Marcelis de Jongh.
|
f) | Een camp groot 800 roeden, strekkende van de wetering kade, aan Jacob Schoen, de halve Sloot kade, belend ten zuiden de verhuurderesse en noorden
Marcelis de Jongh. |
De huurperiode is 1 jaar. Na 1 jaar worden het huis, erf, berg en schuur, tesamen met 25 mergen voor nog eens 4 jaren verhuurt. Huursom in het 1e jaar
bedraagt f 449.10 en de andere 4 jaren f 362.10.
[Getuige: Jan Brouwer]
NOT.AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht, 29 oct. 1739:
Aagje Manderen, weduwe Willem Jansz Brecht, wonende aan de Amstel onder Mijdrecht, benoemt Hendrick van Dam, procureur om haar in een gerechterlijke
procedure te vertegenwoordigen.b
[getekend Aegtije Pieters Mandere]
NOT. AKTE (H.v.Voorst), Thamen, 3 dec.1739, nr. 20:
Deze akte betreft problemen met betrekking tot het land dat verkocht werd door de weduwe van Willem Jansz Breght.
NOT.AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht, 30 juli 1741:
Compareerde Jan Brouwer, meerderjarigh Jonghman, wonende aan de Amstel onder Meijdrecht, ende verklaarde dat Claes Jansz Man en Claas van Veen als
gestelde voogden van sijn vader Arie Pieterz Brouwer aan hem Compt: van haar gedane administratie hadde gedaan, etc.
Jan geeft aan dat hij alle hem toekomende gelden heeft ontvangen en ontlast hen van verdere verantwoordelijkheid.
NOT. AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht, 4 jan. 1742 (Huwelijkscontract):b
Compareerden Jan Brouwer, meerderjarigh Jongman, als toekomende bruijdegom ter Eenre en Aagje Mandere, wed. Willem Jansz Brecht, als toekomende
bruijd, beijde wonende inde Mennonitebuurt aan den Amstel onder Meijdrecht, ter andere zijde. Ende verklaarden sij toekomende Eghtgenoten met den
anderen te hebben gecontraheerd over een Christelijk huwelijck tusschen hun lieden ter Eere Godes te geschieden, ende dat op de navolgende Conditien.
Als namentlijck dat zij toekomende egtgenoten tot Subsidie en onderstant van dit haar voorgenomen Huwelijck sullen moeten Conseveren [?] ende
aanbrengen alle zodanige goederen, penningen ende Effecten als zij wederzijts zijn hebbende ende besittende. Van alle welcke goederen als mede die gene
dewelcke staande Huwelijck den ein offte den ander bij versterff donatie offte andersints soude mogen opkomen gelijck oock mede in de winst en verlies
staande huwelijck te verkrijgen, offte vallen tusschen hun lieden univerzele gemeenschap zal zijn.
Het Huwelijck door de doot schijdende sonder kint off kinderen bij den anderen verweckt in 't leven nae te laten, sal de langstlevende behouden alle de
goederen geen van dien uijtgezondert dewelcke den eerst stervende met er doot ontruijmende nalatende zal, mits alleenigh uitkerende aande naaste
Erffgenamen ab intestato vanden Eerst stervende op desselfs overlijdens in leven zijnde een somma van twee hondert Guldens eens sonder meer, Met welcke
voorsz: Huwelijckse voorwaarden sij toekomende Egtgenoten verklaarden te vreden te zijn, belooffden daar op hun voorgenomen Huwelijck onder
Verwaghtinge van Godes Zegen ten eersten te zullen doen solemniseren ende voltrecken en deze in alles Punctuelijck te zullen nakomen ende agtervolgen daar
ende verbindende hare Persoon ende goederen deselve Subjecterende alle Reghters ende Gereghten. En specialijck den E: Hove van Utrecht.
Aldus gedaan ende gepasseert aanden Amstel onder Meijdrecht voorn: ter presentie van Pieter Verwoerd en Arie Vuijlting als getuijgen hier over versogt.
[was getekend: Jan Brouwer en Aeghije Mandere]
NOT. AKTE (G.v.Ette), Mijdrecht 29 sept. 1744:
Betreft boedelscheiding Anna IJsbrandts van der Snoeck; hierin wordt Jan Brouwer enige malen genoemd als landbezitter in de Hoflanderpolder.
Uithoorn met gezicht op de brug volgens een tekening van Jan de Beyer, 1748.
De brug over de Amstel te Uithoorn werd in 1672 afgebroken om de oprukkende Fransen tegen te houden. Ze werd pas in 1711
herbouwd.
Links het Oude Rechthuis van voor de brand van juli 1781, waarbij dit gebouw mede een prooi der vlammen werd.
Deze brand, die grote schade in het dorp aanrichtte, ontstond in de vroege morgen van 23 juli tengevolge van hooibroei in een midden op
het dorp staande boerderij.
[bron: Amstelland, een hoogheemraadschap in kaart en beeld door Jacob Zwaan, 1984]
|
NOT. AKTE (H.v.Voorst), Thamen, 19 jan. 1748, Akte nr. 162:
Op 19 januari 1748 is Gerbrand Deecken, wonende aan de Boterdijk, tesamen met zijn zwager Jan Arisz Brouwer, wonende aan de Amstel onder Mijdrecht,
betrokken bij de erfdeling van de nalatenschap van Gerbrand's moeder Annetje Pieters Brack, die op 6 januari 1748 overleed.
Gerbrand en Jan treden daarbij op als aangestelde voogden over de minderjarige Aagie Pieters Deecken, de dochter van Gerbrand's overleden broer Pieter.
Getuigen zijn de eerw.ds Thijmen van Hilten (doopsgezind) en Marcelis de Jong.
NOT. AKTE (H.v.Voorst), Thamen, 29 maart 1748, Fol: 165:
Op Heede den 29e Maart 1748 compareerde voor mij Hendrik van Voorst, Nots: 's Hoove van Utrecht, resideren te Thamen aan den Amstel ter presentie
van de nabeschreven Getuijgen Gerbrand Deecken, Weduwnaar en boedelhouder van Marietje Arisz: Brouwer (bij welke den zelven levende en blijkende
geboorten is hebbende) wonende aan de Boterdijk onder den Edelen geregte van den Uijthoorn ter Eenre, en Jan Arisz: Brouwer wonende aan den Amstel
onder Mijdregt ter andere zijde (mij Notaris bekend) tezamen Erfgenamen ab intestato van Arie Pietersz Brouwer, te kennen gevende zij Comparanten dat bij
scheijding en deijling der goederen welke den voornoemde Arie Pietersz Brouwer met de Dood heeft ontruijmd en naargelaten bij de gemelde Erfgenamen nog
onverdeeld zijn gebleven de navolgende vaste en onroerende goederen, bestaande:
Eerstelijken een Huijs, Erf, Berg en twee schuuren benevens seven en Twintig mergen vier en 't Negentigs Roeden zoo weij als Hoijland, staande en leggende
agter en Naast den ander in de polder van Steenwijk onder den Edelen geregte van den Uijthoorn tegenwoordig bij den Eersten comparants bewoond en
gebruijkt wordende.
Item nog vierhonderdvijfenveertig Roeden zo Accers als Water gelegd in de polder genaamd de Noordveen onder den Edelen geregte van Amstelveen.
Item nog eenige stukjes land leggende in des Bannes van Aalsmeer dat bij dezen onverdeeld en in het gemeen zal blijven.
Ende alzo het de Comparanten niet onconvenieerd de gemelde Goederen (buijten 't gene voors: onder Aalsmeer is leggende) langer in het gemeen te houden,
zoo verklaarden de comparanten met den anderen in alle min en vriendschap dezelve te hebben geschift en gescheijden en verdeel in maniere als hier navolgd.
Eerstelijk dat de Eerste comparant voor zijn aandeel zal hebben en in eijgendom possideren het voorz: huijs en Erf, berg en schuuren met al het gene daar op
en aan Hard en Nagelvast is, benevens Twee en Twintig mergen Vier en 't Negentig Roeden zo weij als Hoijland en Accers staande en leggende als voors: onder
den Edelen Geregte van den Uijthoorn, belend ten Oosten Kornelis Verbent cums., ten Westen Vreek Tijsz Cruijs offte de gene die met Regt daar naast geland
en gelegen zijn, ten Zuijden de gemene weg en Noorden de Zijdelmeer.
Item is den Eersten Comparant nog voor zijn portie aangedeelt vierhondert vijf en veertig Roeden zo Accer als Water leggende in de polder genaamd de
Noordveen onder Amstelveen voornoemd.
Waar en tegen de Tweede Comparant voor zijn portie en aandeel zal hebben zekere drie kampen zo Hoij als weijland groot tezamen vijf mergen leggende als
vooren in de polder van Steenwijk, belent ten Oosten Cornelis Verbent cums., ten westen den Eersten Comparant, ten Zuijden den Gemene Weg en Noorden
den Eersten Comparant.
Item zal den Eersten Comparant aan den Tweeden Comparant volgens gemaakte Accoord en Egalisatie deser Scheijdinge nog moeten Uijtkeren een somma
van Seshonderd Guldens, die de Tweede Comparant ook bekend uijt handen van den Eersten Comparant ontfangen te hebben en daar van voldaan te zijn, hem
daarvan quiterende bij dezen.
Met welke voorenstaande Schiftingen en Scheijdingen en Verdeijlingen de Comparanten verklaarden te vrede te zijn zonder dat den Een op des anders aan
bedeeld ietwes meer te Reserveren hebben, belovende over zulx dezen aangaande geen anderen, van deze offte doen Eijsschen directelijk offte indirectelijk in
regts off daarbuijten nemaar haar Elx met het geen voorsz: staat te houden voor gecontenteerd.
Renunciderende ten dien Eijnde van Herscheijdinge en Relief, Blijvende midlerwijl de stukjes land onder Aalsmeer tussen de Comparanten nog Gemeen en
Onverdeeld.
Tot naarkominge van het geene voorz: staat verbindes de Comparanten wedersijds hare persons en Goederen dezelve subjecterende alle Heers Hoven regters
en geregts en Speciaal des Edelen Hove van Utrecht.
Aldus gedaan is gepasseert aan den Amstel onder Mijdregt, ter presentie van Jacob de Jong en Jan de Hoop als getuigen hier toe versogt.
[getekend:] Gorrebrant Deken, Jan Brouwer, Jacob de Jong, Jan de hoop, en H. van Voorst, notaris.
NOT. AKTE (Not.G.van Ette) Mijdrecht 13 april 1749:
Jan Ariensz Brouwer en Aegje Mandere, egtelieden, wonende inde Mennonite buurt onder den Gereghte van Meijdrecht bekennen schuldig te zijn aan Claes van
Veen, wonende meede in gemelde Mennonite buurt, een somma van f 1.500.-, spruijtende uijt zaeke van haer verstreckte en op intrest gegeven penningen,
tegens drie guldens vant honderd int jaer.
NOT. AKTE (Not.G.van Ette), Mijdrecht, 13 april 1749:
Op huijden den 13e april 1749 Compareerde voor mij Gerard van Ette, notaris 's hofs van Utrecht, residerende tot Meijdrecht in presentie van de
nagenoemde getuijgen Jan Ariensz brouwer En Aegje Mandere, Egtel., wonende inde Mennonite buurt onder den Gereghte van Meijdrecht ons notaris en
getuijgen bekend.
Ende verklaarde bij dezen te Cederen, Transporteren en in vollen vrijen eijgendom af te geven aan zelve ten behoeve van Claes van Veen wonende mede in
gemelde Mennonite buurt onder den Geregte voorz. Een obligatie of lasrentebrief ten laste van de Heeren Staten van Westvriesland en het Noorden garantie
houdende ten Comptoire der Stad Alcmaar, groot in d'geheel Vijf hondert Guldens Capitaal, ten name van Dirk Willem Cornelisz Sijnde van dato den 1e
September 1709, folio 9977, vento aan Leentje Willems, weduwe van Jacob Klaas Vreeksz, benevens Pieter Jansz, Jan Jansz en Pieter Dirkss Slop, als in
Huwelijck hebbende Aegje Jans. Die te samen de wederhelft van de voorz. Lasrente brief competeert als Erfgenamen van Geertje Willems haer comparants
suster aenbedeelt bij de nalatenschap van deselve Geertje Willems Die in haar leven is geweest d'Huijsvrouwe van Dirck Willem Keesse.
Volgens de schijdinge daar van zijnde, gepasseert voor den notaris Carel Copius en sekere getuijgen den 7e Februarij 1723 te Aalsmeer en welke Leentje
Willems met Jacob Klaas Vreeksz ...pocz... heeft gepasseert op Jan Jansz Been omme de helfte der obligatie te Transporteren op den eersten Comp. in ......
volgend acte ..... den 9 julij 1723 voor den Notaris: Carel Copius, tot Aalsmeer gepasseert gelijk aan gemelde Jan Jansz Been voor de eene helfte en Pieter
Jansz van Aalsmeer en Pieter Dirks Slop voor de andere helfte, de gemelde Obligatie volgens onderhands Transport van dato den 30 aug. 1723 aan den eersten
Comparant hebben getransporteert.
Van welke Obligatie en intresse daarop verschenen sij comptn................. ende ten vollen voldaen ende betaald te zijn. Stellende mitsdien den gemelde Claes
van Veen .............................. ofte zijn regt ten dezen verkrijgende onder vollen vrijen eijgendom van de voorz. Obligatie, belovende dezelve op enjegens en
jegelijck te sullen vrij en wonen als regt is.
Tot naerkominge dezes daer onder Bindende haar persoon en goederen deselve subsorterende alle regte ende geregten en specialijck den E........... van welcke
Clous gedaan en gepasseert in de Mennonite buurt voor: in presentie van Jacob de Jongh en Arie Vuiltens als getuijgen hier af ............
[Handtekeningen van:]
Jan Brouwer,
aeggije mandird.
Jacob de Jong,
aerij vuijltens,
Gerard van Ette.
NOT. AKTE (Not.G.van Ette), Mijdrecht, 21 april 1750:
Uit Testament van Grietje Jacobs van der Heijde, laatst weduwe van Thijmon van Hilten, blijkt dat zij een huis en grutterij bezat direct ten zuiden van de sluis
in de Mennonietenbuurt. Ten oosten daarvan ligt land dat aan Jan Brouwer toebehoorde.
OPMERKING:
Op 8 juni 1750 was Gerbrand's dood nabij en liet hij bij Notarieele Akte (nr. 208) vaststellen dat zijn zwager Jan Aris Brouwer voogd zou worden van moeders
zijde over zijn twee kinderen Grietje en Arie, en Pieter van Heumen van vaders zijde.
NOT. AKTE (H.v.Voorst), Thamen, 13 juli 1750, nr. 211:
Compateerden den eersamen Jan Arisz Brouwer wonende in de Mennonitenbuurt aan den Amstel onder Mijdregt (mij Notaris bekend) te kennen gevende hij
comparant dat dezer wereld is komen te overlijden zijn E: zwager Gerbrand Teunisz Deecken, in leven gewoond hebbende aan de boterdijk onder den E:
Geregte van den Uijthoorn, en welke Gerbrand Teunisz Deecken Neevens den Comparant door wijlen zijn moeder was aangesteld tot voogd en Executeur over
Aagie pieters Deecken, minderjarige nagelaten Dogter van Pieter Teunisz Deecken voor zo verre die gem: pupil Erffgen: was ab intestato in de Nalatenschap
van hare Gem: Grootmoeder de voorsz. Annetje pieters Brak.
Ingevolge de Acte van voogdije daar van voor mij Notaris en Getuijgen in dato den 6e Januarij 1746 opgeregt waar toe bij dezen werd gerefereerd.
Ende alzo den comparant niet convenieerde de gem: voogdije en administratie over de goederen van de voorn: Aagie Pieters Deecken alleen te administreren.
Maar voornemens is een ander tot medevoogd en Executeur in des overledens plaatze nevens hem te assumeeren en aan te stellen, zo als den Comparant
verklaarde (Uijt kragte van de magt aan hem verleend) bij deezen te assumeren en nevens hem tot voogd en Executeur over de Erfportie welke de voorn:
Aagie prs. Deecken van haar Grootmoeder de gem: Annetje prs. Brak in der tijd geerfd heeft, aan te stellen den Eersamen Pieter van Heumen, gevende en
verlenende deze zelven nevens hem zodanige ampele en brede magt, als voogden en Executeurs over minderjarige pupilles goederen na regtere kan gegeven
worden en in de voorn: Acte van Voogdije breder staat Uijtgedrukt, speciaal mede van assumptie en surrogatie.
Compareerde alhier mede den voorn: Pieter van Heumen ende verklaarde de voorsz: Voogdije en Executeurschap accepterende, verzoekende de comparant
hier van Acte die in deze, aldus gedaan en gepasseert aan den Amstel onder Mijdregt ter presentie van Aart de Jongh en Pieter Snel als getuijgen hiertoe
versogt,
[w.g.: Jan Brouwer, Pieter van Heumen, Aart de Jong, Pieter Snel, H.van Voorts nots.]
"Winter Gezigt aan den Uythoorn" met links de Mennonietenbuurt.
[kopergravure van de hand van Hermanus Schouten, 1751]
|
NOT. AKTE (Not. G.van Ette), Mijdrecht, 2 maart 1751:
Jan Brouwer, wonende aan de Amstel onder Meijdrecht als last en perk hebbende van de Heer Johannes Baartmans en van de Heer Jean Taver, verhuurt aan
Clemens van Tol, wonende aan de Cromme Meijert, "zeeckere bruijckweer", bestaande uit een huis, erf, berg en schuur, benevens omtrent 16 mergen hooi- en
weiland, gelegen aan de Cromme Meijert in de Polder van Hoffland, bezuiden Mijdrecht, voor de duur van 5 jaren, voor de somma van f 232.- per jaar.
NOT. AKTE, Mijdrecht, 2 juni 1751, nr. 254:
Benoeming Jan Brouwer tot executeur testamentair van Gijsie Belleman, een schoonzusje van Aegje's zuster Lobbetje.
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 11 sept.1764, folie 552:
Compareerden Jan Brouwer en Geertje Maartens Goethart, Egtelieden, dewelke verklaarde tot voogd ofte voogdesse over sodanige minderjaarige kind,
kinderen of verdere erfgenamen als de Eerst stervende van hun met ter dood sal komen natelaten, te verkiesen ende aantestellen den langstlevende van hun
beijde, etc.
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 12 juli 1766, nr. 678:
Huurcedulle: Jan Brouwer, als last en procuratie hebbende van de heer Johannes Baartman, verhuurt aan Cornelis van der Stam een seeker bruijkleen.
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 17 juli 1766, nr. 679:
Huurcedulle: Jan Brouwer, als last en procuratie hebbende van de heer Johannes Baartman, verhuurt aan Cornelis Aldewereld 300 roeden hooij- so weijlandt.
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 12 dec. 1766, nr. 695:
Scheijdinge tusschen de erfgenamen van Maarte Goedhart.
Compareerden Cornelis Kruijsheer, als in huwelijk hebbende Weijntje Goethart, Pieter Vink als in huwelijk hebbende Trijntje Goethart, Hendrik Kroese als
gehuwt met Aartje Goethard, Pieter Blom in huwelijk hebbende Neeltje Goethard, Heijt van Dam in huwelijk hebbende Grietje Goethard, Jan Adriaans Brouwer
in huwelijk hebbende Geertje Goethart, en nog denselven caverende en zig sterk maekende voor Jan en Thijs Goethart, voorts Claas Jansz Fuijk in huw.
hebbende Marritje Goethart, zijnde den eerste comparant woonende onder Nieukoop, den 2e, 3e en 4e comparant wonende onder dese gerechte, de vijfde te
Gerverskoop, de sesde en sevende sijn onder Mijdrecht woonagtig, te kennen gevende dat den comparanten schoonvader, wijlen Maarten Goethart in de
maand october jongstleden dese werelt was komen te overlijden, tot zijne eenige kinderen en Erfgenaemen ab intestato heeft nagelaeten.
Dat zij comparanten in qualite voorts onder elkanderen met volkomen ze... hebben verdeelt de .........de goederen bijn den gemelten Maarte Goethart
nagelaeten, uijtgezondert zeekere opstal staende op Westveen en het welk de comparanten ijder in qualite voortz: bij dezen verclaarde aan te deelen en toe te
.....en aan voorn: Hendrik Kroese als man en voogd over sijn Huijsvrouw meergemelte Aartje Goethart, mits dat hij ook tot zijn lasten zal neemen te voldaen
sodanige somma van vier en sestig gulden, als waar mee de voorsegde opstal is belast.
Zoo als denselve Hendrik Kroes dan ook verclaarde aantenemen met belofte van de verdere Comparanten daar vrij te zullen ...demneren en bevrijden kost en
schadeloos houden zoo in als buijten Rechten.
Met alle 't welke de gezamentlijke comparanten verclaaren de nalatenschap van haar hem schoonvader en vader geschijden en verdeelt te hebben, mitsgaders
ider zijnne portie van 't beloop derselve ter zomma van sestien guldens 4 stuijvers te hebben ontfangen.
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 23 dec.1766, nr. 696:
Compareerden Jan Adriaanse Brouwer en Pieter van Heumen in qualiteijt als bij acte op den 8 Junij 1750 voor den Nots: Hendr: van Voorst en get: voor
Gerbrand Deeken aangestelde voogden over desselfs twee minderjarige kinderen bij Marritje Arisse Brouwer in Egten geprocreeert ter Eenre, en Arie
Gerbrandse Deeken, ter andere zeijde, wonende den eerste comparant onder desen Gerechte, de tweede te Thamen, en den derden onder 't Gerecht van den
Uijthoorn.
Ende geven zij eerste comparanten te kennen dat den derde comparant mundig geworden zijnde, sij luijden dierhalven haar ook hadde willen ontlasten van de
administratie der goederen, penningen of effecten van den voorn: Arie Gerbrandse Deeken, tot nu toe onder hen lieden in qualit: voortz: berust hebbende.
Zoo als bij hem Eerste comparant ook is gedaen, oversulken zoo bekende hij derde comparant uijt handen van de voorseijde voogden (naar voorgaande
Examinatie van de get: acte, als meede van den Inventaris des Boedels van de voorn: sijne kinders, mitsgaders van de schifting en scheijding des Boedels
tusschen de Eerste Comparanten in hunne qualite en des derde comparants suster Grietje Gerbrandse Deeken, benevens derselven Egtgenoot Huijbert
Kruijswijk op den 10 december 1750 voor denselven Nots: Hendr: van Voorst opgesijt ende wat hem derde comparant wat competeerenden ende aangedeelt 't
zijnen genoegen gezien ontfangen te hebben zodanige goederen, penningen en Effecten als hem ten zaeken gemelt competeerende was,[etc.]
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 4 juni 1767, vol.1813, nr. 727:
Acte van Acqui en Dechargie van Aagtje Pietersen Deeken ten behoeve Jan Adriaense Brouwer en Pieter van Heumen.
DOOP AKTE, Mijdrecht, Mennoniete Kerk, october 1767:
Jan Brouwer, gedoopt door Pieter van Dam.
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 10 maart 1769, nr. 870, blz. 49:
Acte van Voogdije: Sjoukie Oepkes, weduwe van Douwe Heeres de Vries, wonende onder deese gerechte, de welke verklaarde tot voogd over haare natelaetene
minderjarige kinderen en Erffgen: mitsgaders tot Executeur over haare nalatenschap etc. Jan Adriaens Brouwer, mede wonende onder dese gerechte, haren
goeden vrind.
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 2 oct. 1769, nr. 912, blz. 177:
Aagtje Cornelisz Liesveld, weduwe van Huijbert Kruijswijk stelt Jan Adriaens Brouwer en Arij Gerbrandse Deeken aan als voogden over haar 1-jarige dochtertje
Cornelia Kruijswijk.
NOTARIS AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 2 oct. 1769, nr. 913, blz. 179:
Contract tussen Arij van der Maan en Cornelia Kerklaan. Get: Jan Adriaens Brouwer.
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 11 dec. 1769, nr. 918, blz. 195:
Acte van Uijtkoop tusschen Aagtje Cornelisz Liesveld, weduwe en boedelhouster van Huijbert Janse Kruijswijk ter eenre en Jan Adriaanse Brouwer en Arij
Gerbrandse Deeken, geassumeerde en gesurrogeerde voogden over desselfs kind met namen Cornelia Huijbertse Kruijswijk, ter andere zijde.
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 22 feb. 1771, nr. 1003, blz. 289:b
Acte van Voogdije van Izaac Pieters Blom op Aart van Doorn en Arij Deeken.
Getuige Jan Arisz Brouwer.
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 30 maart 1771, nr. 1012, blz. 401:
Acte van Scheijdinge tussen Izaac Pieters Blom en zijn dochtertje Neeltje ter eenre, en Jan Adriaanse Brouwer (wonende onder Mijdrecht) en Arij Deeken, als
voogden over Cornelia Kruijswijk, ter andere zijde.
[Jan tekent: Jan Arise Brouwer]
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 12 april 1771, nr. 1016, blz. 423:
Jan Adns. Brouwer in qualite als gemagtigde van den Heer Johannes Baartmans, verhuurt aan Cornelis van der Stam seeker bruijkweer bestaende in een huijs,
erff, hooijberg en schuur met omtrent 20 morgen zoo weij als hooijland staende en gelegen in de Cromme Mijdrecht in de polder van Hofland.
[w.g.Jan Adrianse Brouwer]
Hervormde kerk te Mijdrecht, daterend van de 12e eeuw, met een doorkijkje naar de brug.
(kopergravure Hermanus Schouten, 1770). |
NOT. AKTE (G.v.Bork), Mijdrecht, 23 april 1771, nr. 1019, blz. 437:
Jan Adnse Brouwer en Arij Deeken als voogden over Cornelia Kruijswijk welke voor drie vierde portie den Eijgendom competeert aan de Natemeldene
huijsinge en Landerijen die bekenne voor zoo verre haar concerneert verhuurt en Izaac Pietersz Blom verklaarde alzo in huure aangestaan te hebben Een huijs,
Erff, hooijhuijs en schuur met en benevens seeven en twintig morgen zoo weij als hooijland, gellegen aan de Booterdijck, etc.
[w.g. Jan Ariaensz Brouwer]
NOT. AKTE (Jakob Langerak), Mijdrecht 20 maart 1773, nr. 6, folie 11:
Verkoop Akte:
Jan Arisz Brouwer, wonende in de Mennonieten buurt verkoopt aan Arie Kriek, wonende aan de Waerdhuise sekere huisinge en erve staende en gelegen op de
Agtenscheweg (?) in de Mennonietenbuurt, verhuurt op 18 mei 1774, belent ten oosten, westen en noorden Marselis de Jong, en zuiden de verkoper, leggende
in de lasten voor drie guldens haardstedegeld. Verkoper bedingt overpad.
Item nog een stuk grond, 18 opstallen van schuuren, gelegen aan de Cade in de Mennonietenbuurt, ter lengte van 3 roeden van de sloet der Caden oostwaarts
op, belent ten oosten de verkooper, ten noorden denselve met een stuks grond ter breede van ......, ten westen de Cade en ten zuide Jan Vales.
En eindelijk 2 morgen, 300 roeden zijnde 2 Campen lands met vrije vaart over het land van de verkooper na de cade, belent ten oosten de polder, ten westen
de verkooper, ten zuiden de Erve Verbent en ten noorden Marselis de Jong.
Verkooper bedingt dat hij in 1773 het land zal mogen blijven gebruiken, en gerechtigd is de mest te verwijderen. Koopsom f 2,050.-
LIDMATENBOEK, Mijdrecht Hervormde kerk, 1780:
Tot lidmate door bekeering aangenomen den 11 Junij 1780 Geertje Martens Goedhart.
Vertrokken naar Zevenhoven den 2 October 1794.
BEGRAAF REGISTER, Mijdrecht Hervormde kerk, 28 maart 1789:
Jan Brouwer.
NOT. AKTE (Gijsbert van Bork), Mijdrecht, 25 nov. 1789, nr. 40, blz. 199:
Procuratie:
Op 25 november 1789 compareerde voor Notaris Gijsbert van Bork te Mijdrecht, Geertie Goedhart, weduwe en boedelhoudster van Jan Adriaansz Brouwer, die
Jasper Baas uit Thamen benoemde om haar zakelijk belangen in en om Mijdrecht te behartigen.
Als getuigen waren aanwezig Jacob Marcelise de Jong en Jan van Bodegraven.
LIDMATENBOEK, Zevenhoven Hervormde kerk, 1794:
Op 2 october 1794: Geertje Meertens Goedhart.
Gezicht op Mijdrecht, 1800.
[tekening van de hand van Nicolaas Wicart]
|
BEGRAAF REGISTER, Mijdrecht, 1801:
Begraven op 29 juni, Geertje Goedhart, weduwe van wijle Jan Brouwer.
BEGRAAF REGISTER, Mijdrecht Herv. Kerk, 29 junij 1801:
Geertje Goedhart, weduwe van wijle Jan Brouwer, f 1.3.-
OVERLIJDENS AKTE van Pieter Brouwer te Aalsmeer, 1837, zoon van Geertje Goedhart, enz.:
[In deze akte werd Geertje ten onrechte de achternaam Zwanenburg toebedeeld. De kleinkinderen waren kennelijk niet op de hoogte van de ware achternaam
van hun grootmoeder. Mogelijk heeft men gedacht aan de bij Noorden liggende Zwanenburgerpolder.].
WOONPLAATSEN VAN JAN BROUWER:
Not. Akte (G.v.Ette), 17 jan. 1723: Uithoorn, Boterdijk bij zijn zuster Marretje voor ten minste 7 jaren.
Not. Akte (G.v.Ette), 11 dec. 1738: Mijdrecht (getuige bij lening van Willem Janz Brecht en Aagje Pieters Mandere.
Not. Akte (G.v.Ette), 31 jan. 1745: Mijdrecht (getuige)
Not. Akte (G.v.Ette), 2 feb. 1753: ten oosten van de Sluijs in de Mennonitenbuurt
Not. Akte (G.v.Bork), 30 maart 1771: onder Mijdrecht (voogd).