Zoon van Pieter Ariensz Brouwer en Marritje Leenderts van Wijngaarden
, geboren ca. 1655, mogelijk aan de Boterdijk onder Uithoorn, gedoopt op 19 april 1676 in de Doopsgezinde kerk in de Mennonietenbuurt, van beroep veeboer, overleden in juni 1721 in zijn boerderij aan de Boterdijk in Uithoorn, oud ca. 66 jaar.
geboren ca. 1660 in Thamen, overleden tussen 1684
en 1697 in Uithoorn, dochter van Dirck Ariensz Man en Geertje Jacobs.
Gehuwd (2) ca. 1695, mogelijk in Mijdrecht/Menonietenbuurt met
geboren ca. 1675, overleden
tussen 1716 en 1721 in Uithoorn.
DOOP AKTE, Mijdrecht Menn.Kerk, 19 april 1676:
Arij Pietersz Brouwer, gedoopt door Van Dijl.
NOT.AKTE (Marte de With), Uithoorn, 5 feb. 1684:
Deze akte betreft de uitvoering van de boedelscheiding van de nalatenschap van de ouders van Neeltje Dirks Man.
Arij Pietersz Brouwer wordt daarbij vermeld als haar echtgenoot.
DOOPGETUIGE:
In Nieuwkoop GK op 6 april 1687 van Niesje Pieters Kats.
NOT.AKTE (A.v.d. Meer), Mijdrecht, 8 mei 1695, nr. 786:
Conditien waer van Claes Jansz van de Boterdijck onder Uijthoorn bekent vercocht, ende Arie Pietersz Brouwer, wonende mede aldaer gecocht te hebben een
Campje hoij off weijland gelegen onder den gerechte van Uijthoorn groot omtrent 500 roeden, belent ten oosten en suijden des kopers, westen Arie Dircksx
Man, en noorden de watering, partijen bekent, voor de somma van f 70.-
NOT.AKTE (A.v.d. Meer), Mijdrecht, 6 mei 1700, nr. 1146:
Maakgescheid tussen Ariaentje Claes van Velsen, weduwe en boedelharster van Arien Dircksz Man, wonende aan de Boterdijk onder Uithoorn, geassisteerd
door haar broers Jan en Aert ter eenre, en Claes Jansz Man en Arien Pietersz Brouwer als momboirs en voogden over Aeltjen Ariens Man, oud omtrent 15 en
een half jaar, Jan Ariensz Man, oud ruim 6 jaren en Neeltje Ariens Man, oud omtrent 1 jaar, te samen kinderen en erfgenamen van Arien Dircksz Man, hun
vader zaliger, ter andere zijde.
[OPMERKING: Claes Jansz Man en Arie Pietersz Brouwer zijn zwagers van Ariaentje Claes van Velsen] !
Mooie regelmatige handtekening van Arie Pietersz Brouwer, Mijdrecht, 6 mei 1700.
|
NOT.AKTE (A.v.d. Meer), Mijdrecht, 13 jan. 1706, nr. 1582:
Claasz Jansz Man, Arij Pietersz Brouwer en Jan Claasen van Velsen, als voogden over de kinderen van Ariaantje Klaas van Velsen, stellen een huurcedulle op
met Dammis Cornelissen Brouwer.
OPMERKINGEN:
Arie's vrouw Neeltje Dirks Man is zonder kinderen natelaten overleden, want op 10 mei 1712 blijkt haar zuster Marritje Dirks Man de enige erfgenaam van
haar oom Arij Jansz Man te zijn.
Arij wordt op 3 april 1714 vermeld als voogd en momboir over Jan Ariesen Man, de zoon van zijn vrouw's broer Arie Dirks Man.
Op 11 aug. 1715 kopen Arie Brouwer en Willem Kobus een huis met een stuk weiland van Jannitje Jans Borst voor de somma van f 200.-, gelegen in de
Beswaerde Kerf onder Thamen.
NOT.AKTE (G.van Ette), Mijdrecht, 11 april 1721:
Arie Pietersz Brouwer, woonende aende Botterdijk onder Uijthoorn, zijnde hij comparant sieckelijck, agt nemende hij comparant op de vooghdije van sijn na
te late kind off kinderen met name Marretje en Jan Aris Brouwer, verklaarde de selve met uijtsluijtingh van alle weesmeesteren off geregten, etc. te benoemen
tot voogden Claas Jans Man en Claas Jacobs van Veen.
Hen wordt opgedragen de nalatenschap aan de erfgenamen uit te keren wanneer deze 25 jaar oud zijn, of eerder bij huwelijk.
NOT.AKTE (G.van Ette), Mijdrecht, 22 nov.1721:
Inventaris van den boedel en goederen soo als deselve bij Arie Pieters Brouwer in sijn leven weduwenaar en boedelhouder van Grietje Jans Cock sijn beseten en
bij hem in Junij deses jaars 1721 mette dood ontruijmd en nagelaten gemaackt bij mij Gerard van Ette notaris des Hofs van Utrecht residerende te Meijdrecht
in presentie vande naegenoemde getuijgen ten versoeke van Claas Janse Man en Claes van Veen als gestelde voogden vande voornoemde Arie Pieters Brouwer
of sijne naetelate kinderen bij de voornoemde Grietje Jans Cock verweckt ende ten opgeeven van Marretje Aris Brouwer naegelaten dogter van de
voornoemde Arie Pieters Brouwer, huijden deesen 22e November 1721 als, Eerstelijck een huijs, erff, berg en schuur staende ende leggende aende Botterdijck
onder den geregte van den Uijthoorn belent ten zuijden Claas Verbent en noorden Leentje Barten.
Item omtrent 27 mergen 94 roeden soo hoij als weijland leggende in Steenwijck aan de Botterdijck onder den Uijthoorn belent ten zuijden Claes de Boer,
westen 't Jaagpad, noorden Leentje Barten en oosten de Botterdijck.
Item omtrent een mergen landts leggende onder Aalsmeer, belent ten zuijden Willem Jacobse, westen d'Erffgenamen van Jacob Jacobse, noorden Pieter Lijsje
en Oosten dijck.
Nog omtrent 2 mergen land gelegen bij de stad en onder Jurisdictie van Haerlem en Haarlemmerlieden, strekkende van Spare tot de Somerwegh.
Item nog 5 turf ackertjes grood omtrent 400 roeden leggende inde Vrije Noordveen belent ten zuijden, oosten en westen de weduwe Hendrik Schipper en
Cornelis Dirks Swanenburgh.
Een obligatie groot in Capitaal vijff hondert guldens: spreeckende ten laste van Claas Smit ofte deselffs ....... te Thamen lopende tegen drie guldens ten
hondert int jaar, zijnde vand' 1 Meij 1707.
Nog een obligatie groot in Capitael 600 guldens spreeckende ter laste van 't gemene Land staende ten Comptoire der Stad Lijden op den naam van de kinderen
van Cornelis Leendertse jegens 4% certo sijnde vand' 31 maart 1699. [Voorts:] 19 melck koeije, 4 melck vaerse, 2 guijsde vaerssen, 1 guijsde koe, 1 stier, 6
pincke, 11 kalveren, 7 swijne, item nog omtrent 40 koe hooij, 72 stucks kasen, 2 vierendeels boter, item nog in verschijde Specien inde Boedel in contanten
bevonden f 2,339:10:8,
Item nog 59 onbekende goude stucken geld wegende omtrent 3 vierendeels, Nog omtrent 50 onbekende stucken silvergeld wegende omtrent 14 en 1/2 lood.
Ongemunt goud en silver: Vier gouden ringen, een silvere tuijg, een silvere hefdmesje, een silvere vorck, een hefd van een mes.
Linne en wolle: 16 Tafellakens, 25 servette, 9 lakens, 18 hensdoecke, 17 soo mans als vrouwe hemde, 35 soo kusse als Peulue slopen, 3 Nagtmantels, 1
Luiermand met sijn toebehoren, 3 heele Nieuwe linne webbens, 9 dito stucke Nieuw linne, 4 bedde, 15 bedde kussens, vijf peuluws, dertien deeckens.
Koper en tin: 37 Nieuwe tinne lepels, 6 dito bekers, een nieuwe dito beker, een dito boter pot, 6 dito schotels, 2 kopere bes. Panne, 9 kopere ketels, 3 metale
Potte. [Voorts:] 1 klock, een ijsere kr..a, 2 schale en gewigt. Eijndelijck nog eenige potte, pannen en andere klijnigheden, mitsgaders alle de gereedschappen
tot de Bouwerije behorende vermits sulx de voogden is bekend, werd alhier om corthijtshalve overgeslagen.
Aldus geinventariseerd ten daage en jare als boven en heeft de voorn: Marretje Aris Brouwer verklaart desen Inventaris en opgeving te weesen deugdelijck en
opreght sonder haars weetens daar van iets affgehouden off ter Quades trouwe verswegen te hebben, directelijck nog indirectelijck, belovende met te min soo
wanneer haar nae deese iets openbaar werd, 't zij tot voor off nadeel van deesen Boedel t'allen tijde daar meede deesen inventaris te sullen complementeren
en desnoots met Eede te sullen certificeeren, dat aldus assieerde ten sterfhuijse van voornoemde Arie Pietersz Brouwer, staende aende Botterdijck onder den
geregte van den Uijthoorn ter presentie van Jan Pietersz Cock en Jan Aris Man als getuijgen hiertoe versogt. [was getekend:] Claes Janz Man, Claas van Veen,
Marritje Aris Brouwer, Jan Ariese Man en Jan Pieterse Kok.
Fragment van de inventaris van de nagelaten boedel van Arij Pietersz Brouwer, 22 november 1721.
|
NOT.AKTE (G.van Ette), Mijdrecht, 10 juni 1723:
Compareerde voor mij Gerard van Ette, Nots: s'Hoffs van Utrecht Resideerende te Mijdrecht in Presentie van de nae genoemde geuijgen Gerbrand Teunis
Deecken en Marritje Aris Brouwer, Echteld: naegelaten dogter van Arie Pieters Brouwer, wonende aande Hondebuurt onder den Uijthoorn ter Eenre en Claas
Janse Man en Claas van Veen als voogden over Jan Aris Brouwer, minderjarige naegelaten soon van voorn: Arie Pieters Brouwer volgend de acte daarvan op
den 11e april 1721 voor mij nots: en seeckere getuijgen gepasseert ter andere sijde, ons nots: en getuijgen bekend.
Te kennen gevende sij comparanten met elkanderen te hebben naegesien en geexamineert de staat en gelegenthijt des naegelaten boedels vande voorn: Arie
Pieters Brouwer en daar uijt nae rijp overleg overwogen te hebben waarmede elck sijn Erffportie souden kommen worden voldaen, so verklaarden sij
comparanten nae alvorens den Huijsraet en Inboedel soo van kisten, kasten, linne, wolle, koper en tin, ongemunt goudt en silver, als andersints als meed:
Haeff en vee en alle t' geene tot de bouwerije was behorende onder elkanderen te hebben verdeelt en sij, tweede comparanten hare portie als meede t' geen van
deselve goederen nog int gemeen was publiq hadden doen verkopen en daar van elck zijn geregtelijcke portie te hebben getrocken, omtrent de verdere
goederen met den anderen in alle min en vriendtschap te sijn geschift, geschijden en verdeelt in maniere als volgt: Eerstelijck is aende eerste comparante in
voldoening van haar erffportie aanbedeelt een obligatie groot in capitaal vier hondert guldens, spreeckende ten laste van Claas Smith offte desselfs
erffgenamen te Thamen, loopende tegens drie guldens ten hondert int jaar sinde van dato 1 Meij 1707.
Item voor haare geregte portie van de Contanten in den boedel bevonde f 1,169:15:0 Eijndelijck nog tot gelijckstelling van de obligatie van f 640.- de tweede
comparant aanbedeelt, een somma van f 110.- welcke voorz: somma sij Eerste comparante bij onderteeckeninge deeses bekenden ontfangen te hebben.
Waar tegens de voogden voor haar minderjarige is aanbedeelt: Eerstelijck een obligatie groot in capitaal ses hondert en veertig guldens, spreeckende ten laste
van 't gemeene land staande ten Comptoire der stadt Lijden op de naam vande kinderen van Cornelis Leenderts jegens 4% sijnda van dato 31 maart 1699 no.
6 fol: 88, numm. 3025, Reg. fol: 329.
Nog voor haare portie inde Contante Penningen een somma van f 1,059:15:12, sijnde hier affgetrocke den somma van f 110.- dewelcke de 2e Comparenten
door de bovenstaande obligatie meerder als haar portie was aanbedeelt en sij aande 1e comparante hadden uijtgekeert.
Eijndelijck nog een somma van f 148.- tot voldoening van hare portie in den huijsraad en inboedel dewelcke onverkoght was gebleven en door de eerste
comparante ter verz: is opgenomen.
Welcke voors: schiffting, schijding en deling nae dat sij comparanten deselve van Post tot Post een en meermalen hadden naegesien en geexaminereert, sij
comparanten verklaarden te Landeeren en approbeeren en daarmeede volkomen genoegen en contement te nemen sonder dat den een tot laste van den
anderen eenige actie off pretentie direct of indirect meer Reserveert off openhoud off dat eenige goederen onverdeelt sijn gebleven, als een huijs, erff, berg en
schuur met omtrent seven en twintig mergen 94 roeden soo hooij als weijland leggende in Steenwijck aande Botterdijck onder den Uijthoorn, belent ten
suijden Claas Verbent, westen 't Jaagpad, noorden Leentje Barten en oosten den Boterdijck.
Item omtrent een mergen landt leggende onder Aelsmeer belent ten suijden Wilm Jacobse, westen de erffgenaemen van Jacob Jacobse, noorden Pieter Lijsje en
oosten den dijck.
Nog omtrent twee mergen land gelegen bij de stad en onder de Jurisdictie van Haarlem en Haarlemmerliede, streckende van Spare tot de Somerwegh.
Item nog vijff turff ackertjes groot omtrent vier hondert Roeden leggende in de Vrije Noorderveen, belent ten suijden, Noorden en oosten de weduwe Hendrick
Schipper en Cornelis Dirck Swanenburgh, in welcke goederen ider van hun comparanten sijne portie reserveert.
Bekende wijders ider de beschijden tot hun aanbedeelde behorende voor soo verre die in den boedel bevonden sijn geweest nae sig genomen te hebben,
quiterende den een den anderen van alles belovende daar op den een den anderens aanbedeelde rustig en vredig te sullen laeten possideeren en gebruijcken en
voor alle namaning costen schadeloos ten allen tijde op ende jegens een jegelijck 't sij in en buijten regten te sullen bevrijden ten dien eijnde voor bedagtelijck
renuncieerende van herschijding en Relieff en alle middelen deesen, off den .....hoven derselven contrerieerende.
Eijndelijck verklaarden sij eerste comparanten door het passeeren der voorn: schijding van al het geen 't haar van den voorn: haren vader Arie Pieters
Brouwer was competeerende door den voorn: voogden ten vollen voldaan te sijn, derhalven deselve ten vollen Quiteerende bij deesen haar bedanckende voor
haar gedane bewind en administratie, belovende de selve en haar nakomelingen ter sake voors: voor alle naamaninge op ende jegens een igelijck t'sij in en
buijten Regten ten allen tijde cost en schadeloos te sullen bevrijden.
Tot naarcominge vant' geene verstaat verbinden sij comparenten hare Personen en goederen, so hebbende als gekrijgende, deselve subjecteerende alle Regters
ende geregten en speciael den Ed: Hove van Utrecht.
Aldus gedaen en gepasseert ten huijse van den laasten comparant staande aanden Amstel onder Mijdrecht, ter presentie van Cornelis Philips de Jong en
Cornelis Jacobs de Jong als getuijgen hier over versogt.
[w.g.:] Gerrebrant Teunisz Deken, Marritje Aris Brouwer, Claes Jansz Man, Claes van Veen, Cornelis Philipus de Jong en Cornelis Jacobs de Jong.
NOT.AKTE (G.van Ette), Mijdrecht, 30 juli 1741:
Compareerde Jan Brouwer, meerderjarigh Jonghman, wonende aan de Amstel, ende verklaarde dat Claes Jansz Man en Claas van Veen als gestelde voogden van
sijn vader Ari Pieterz Brouwer aan hem Compt: van haar gedane administratie hadde gedaan behoorlijcke ...... en Verantwoording, etc.
NOT.AKTE (H.van Voorst), Thamen 29, maart 1748, Fol: 165:
Op Heede den 29e Maart 1748 compareerde voor mij Hendrik van Voorst, Nots: 's Hoove van Utrecht, resideren te Thamen aan den Amstel ter presentie
van de nabeschreven Getuijgen Gerbrand Deecken, Weduwnaar en boedelhouder van Marietje Arisz: Brouwer (bij welke den zelven levende en blijkende
geboorten is hebbende) wonende aan de Boterdijk onder den Edelen geregte van den Uijthoorn ter Eenre, en Jan Arisz: Brouwer wonende aan den Amstel
onder Mijdregt ter andere zijde (mij Notaris bekend) tezamen Erfgenamen ab intestato van Arie Pietersz Brouwer, te kennen gevende zij Comparanten dat bij
scheijding en deijling der goederen welke den voornoemde Arie Pietersz Brouwer met de Dood heeft ontruijmd en naargelaten bij de gemelde Erfgenamen nog
onverdeeld zijn gebleven de navolgende vaste en onroerende goederen, bestaande: Eerstelijken een Huijs, Erf, Berg en twee schuuren benevens seven en
Twintig mergen vier en 't Negentigs Roeden zoo weij als Hoijland, staande en leggende agter en Naast den ander in de polder van Steenwijk onder den Edelen
geregte van den Uijthoorn tegenwoordig bij den Eersten comparants bewoond en gebruijkt wordende.
Item nog vierhonderdvijfenveertig Roeden zo Accers als Water gelegd in de polder genaamd de Noordveen onder den Edelen geregte van Amstelveen.
Item nog eenige stukjes land leggende in des Bannes van Aalsmeer dat bij dezen onverdeeld en in het gemeen zal blijven.
Ende alzo het de Comparanten niet onconvenieerd de gemelde Goederen (buijten 't gene voors: onder Aalsmeer is leggende) langer in het gemeen te houden,
zoo verklaarden de comparanten met den anderen in alle min en vriendschap dezelve te hebben geschift en gescheijden en verdeel in maniere als hier navolgd.
Eerstelijk dat de Eerste comparant voor zijn aandeel zal hebben en in eijgendom possideren het voorz: huijs en Erf, berg en schuuren met al het gene daar op
en aan Hard en Nagelvast is, benevens Twee en Twintig mergen Vier en 't Negentig Roeden zo weij als Hoijland en Accers staande en leggende als voors: onder
den Edelen Geregte van den Uijthoorn, belend ten Oosten Kornelis Verbent cums., ten Westen Vreek Tijsz Cruijs offte de gene die met Regt daar naast geland
en gelegen zijn, ten Zuijden de gemene weg en Noorden de Zijdelmeer. Item is den Eersten Comparant nog voor zijn portie aangedeelt vierhondert vijf en
veertig Roeden zo Accer als Water leggende in de polder genaamd de Noordveen onder Amstelveen voornoemd.
Waar en tegen de Tweede Comparant voor zijn portie en aandeel zal hebben zekere drie kampen zo Hoij als weijland groot tezamen vijf mergen leggende als
vooren in de polder van Steenwijk, belent ten Oosten Cornelis Verbent cums., ten westen den Eersten Comparant, ten Zuijden den Gemene Weg en Noorden
den Eersten Comparant.
Item zal den Eersten Comparant aan den Tweeden Comparant volgens gemaakte Accoord en Egalisatie deser Scheijdinge nog moeten Uijtkeren een somma
van Seshonderd Guldens, die de Tweede Comparant ook bekend uijt handen van den Eersten Comparant ontfangen te hebben en daar van voldaan te zijn, hem
daarvan quiterende bij dezen.
Met welke voorenstaande Schiftingen en Scheijdingen en Verdeijlingen de Comparanten verklaarden te vrede te zijn zonder dat den Een op des anders aan
bedeeld ietwes meer te Reserveren hebben, belovende over zulx dezen aangaande geen anderen, van deze offte doen Eijsschen directelijk offte indirectelijk in
regts off daarbuijten nemaar haar Elx met het geen voorsz: staat te houden voor gecontenteerd.
Renunciderende ten dien Eijnde van Herscheijdinge en Relief, Blijvende midlerwijl de stukjes land onder Aalsmeer tussen de Comparanten nog Gemeen en
Onverdeeld.
Tot naarkominge van het geene voorz: staat verbindes de Comparanten wedersijds hare persons en Goederen dezelve subjecterende alle Heers Hoven regters
en geregts en Speciaal des Edelen Hove van Utrecht.
Aldus gedaan is gepasseert aan den Amstel onder Mijdregt, ter presentie van Jacob de Jong en Jan de Hoop als getuigen hier toe versogt.
[getekend:] Gorrebrant Deken, Jan Brouwer, Jacob de Jong, Jan de hoop, en H. van Voorst, notaris.