, geboren ca. 1625, Doopsgezind, van beroep bierbrouwer, woont in de Mennonietenbuurt aan de Amstel tussen Uithoorn en Mijdrecht, overleden tussen 1671 en 1678.
Gehuwd ca. 1655 met
geboren ca. 1630, mogelijk in Uithoorn, Doopsgezind, overleden in juli 1681 in de Mennonietenbuurt onder Mijdrecht, oud ca. 51 jaar.
geboren ca. 1630, overleden na 1681.
NOT.AKTE (F.v.d.Meer), Mijdrecht, maart 1670:
Pieter Ariensz Brouwer, wonende aan de Amstel onder Mijdrecht, treedt op als getuige [Dirck Heijdricksz sluit een lening].
Schuldbekentenis van Pieter Ariensen Brouwer, Gerbrant Ariense en Cornelis Leendertsen van Wijngaerden aan Jan Adamsen vanwege een lening ten behoeve van de brouwerij gelegen aan de Amstel onder Mijdrecht (Notaris Marten de Witt, Uithoorn, 1 mei 1671).
|
NOTARIS AKTE (M.de Witt), Uithoorn, 1 mei 1671:
Schuldbekentenis: Compareerde voor mij Marte de Witt, Notaris public bij de E: hove van Utrecht geadmitteert, residerende aan de Uijthoorn ende de getuijgen nagenoemt de Eersame Pieter Ariensen brouwer ende Gerbrant Ariense ende Cornelis Leendertsen van Wijngaerden dewelke mitsdesen bekende wel ende deuchdelik schuldich te wesen aen en ten behoeve van Jan Adamsen alle wonende aen Amstel onder Mijdrecht een somma van twee duijsent Car: Guldens spruijtende ten saecke van goed en deuchdelijk geleende en aengetelde penningen haer Comparanten op dato deses aengetelt ende uijthande van hem Jan Adamsen ontvangen, Renuncierende ........ die sijnde ............ numerata pecunia als bekend ende t..el wel ontfangen te hebben, van welke voors: Somma Pieter Ariaense Brouwer tot sijn laste is nemende eenduijsent gulden ende Gerbrant Ariaense Vijfhondert Gulden ende Cornelis Leendertse van Wijngaerden vijf hondert gulden [INVOEGSEL VAN LINKER KANTLIJN: welcke voors. somma sij comparanten ende de brouwerij staende aen Amstel onder Mijdrecht .......... geemplojeert] van welcke voors. somma elck voortsijne belooft de rente te betale van ider hondert drie gulden in't jaer waervan 't eerste jaer rente verschenen sal wesen Majo 1672 ende dat soo voort van jare tot jare tot de effectuele voldoening deses, welcke voldoeninge sij Comparanten sullen mogen, elck sijne voornoemde somma bedragende, door opleggen, met gelijcke somma als elck is bedragende, ende oock moete door opleggen mits malkanderen een ...................... jaere te vooren te waarschouwen, stellen en verbindende sij Comparanten elck voor sijne somma, hunne respective persone en goederen roerende en onroerende hebbende en verkrijgende gene exemt die alle ende de rente van den fu....nerende desperutio van alle rechten ende rechte Cum expensis dit alles sonder fraude soo hebben sij Comparante dit beneffens ende in presentie van Jacob Cornelis Grutter ende Hendrick Pijlen ........ toe nevens mij Not.& getuijgen van goede geloove gezegt met hare gewone hand geonderteijckent op de 1 Majo 1671 oude tijd.
[Handtekening: o.a. pieter ariaensz brouwer].
Dese obligatie is geroijeert op den 27 februarij 1681.
Schuldbekentenis van Pieter Ariensen Brouwer aan Elbert Jans vanwege een lening ten behoeve van de brouwerij gelegen aan de Amstel onder Mijdrecht (Notaris Marten de With, Uithoorn, 10 mei 1671).
|
NOTARIS AKTE (M.de With), Uijthoorn, 10 mei 1671:
Compareerde voor mij Marten de With Notaris public bij den E: hove van utrecht geadmitteert resideerende aen Uijthoorn ende de getuijgen nagenoemt de Eersame Pieter Ariaensz Brouwer wonend aen Amstel onder Mijdrecht dewelcke bekend mitsdesen schuldich te wesen aen en ten behoeve van Elbert Janse, wonende tot Aelsmeer ende de weselicke houder deses, de somma van twaelf hondert Car. Guld. tot rol groots & stuck spruijtende ten saeck van goede deuchdel. aen getelde penningen ......................... tot sijne gen......... uijt hande van ......... Elbert Jans op dato deses, .................... tot dus ............ ............................., als bovennoemde stelt wel ontfan te hebben, welcks ......... ten behoeve van de brouwerij staende aen Amstel onder Mijdrecht sijn geemijlsjeert van ........... voorsz. somma hij Compt. belooft te rente te betalen van ider hondert drie guld tien ct int Jaer waarvan 't eerste jaer rente .......orens sal wesen op den eersten Majo oude stijl ende dat soo voort van Jaer tot jaer tot de effectuele voldoening hij Comp. sal mogen doen en moeten met gelijcke somma mits .......... dit alles sonder fraude soo heeft hij Compt dit beneffens en in presentie van Gerbrant Arieaense en Jan Janse ...oon, als getuijgen van goede geloove, .....ider ..... woo.... mij Notaris gezegt, indt ....... gewone .............. op den 10 Majo 1671 oude stijl.
[Getekend o.a. pieter ariaens brouwer, gerrebrandt arisen].
Dese obligatie is geroijeert op den 18 april 1672.
NOT.AKTE, Uithoorn, 11 april 1678:
Ten huize van Jan Ghijsbertsz Schrieck, wordt ten overstaan van de notaris een nieuwe afbetaalregeling opgesteld, door Pieter's weduwe Marritje van
Wijngaarden (die dan waarschijnlijk al met Jan Schrieck gehuwd is) en haar broer Cornelis.
OPMERKING:
Uit Notaris akten dd 1 mei en 10 mei (2x) 1671 voor notaris Marte de With te Uithoorn blijkt dat Pieter Ariaensz Brouwer leningen afsloot ten behoeve van de Brouwerij, staande aan de Amstel. Op 1 mei leende hij met zijn zwager Cornelis Leendertsz van Wijngaarden en met Gerbrant Ariense f 2.000.- van Jan Adamsen. Hiervan nam Pieter f 1.000.- voor zijn rekening. En op 10 mei leende hij f 1.200.- van Elbert Janse uit Aalsmeer en f 800.- van de weeskinderen van Vreeck Reijerse, eveneens uit Aalsmeer.
Voor 1681 moet Pieter al overleden zijn. Op 27 juli 1681 vindt er namelijk boedelscheiding plaats van de nalatenschap van zijn vrouw Marritje Leenderts, die dan gehuwd blijkt te zijn met Jan Ghijsbertsz Schrieck.
Ook op 11 april 1678 blijkt Pieter al dood te zijn. Ten huize van Jan Ghijsbertsz Schrieck, wordt dan nl. ten overstaan van de notaris een nieuwe afbetaalregeling opgesteld, door Pieter's weduwe Marritje van Wijngaarden (die dan waarschijnlijk al met Jan Schrieck gehuwd is) en haar broer Cornelis.
NOT.AKTE (M.de With), Uithoorn, dd 27 juli 1681:
Boedelscheiding: Na het overlijden van Marritje Leenderts [Van Wijngaarden] vindt de boedelscheiding plaats tussen enerzijds Jan Ghijsbertsz Schrieck, weduwnaar en boedelhouder en anderzijds Arij Pietersz Brouwer, meerderjarige zoon van Marritje en Aeltje Pieters Brouwer, haar minderjarige dochter, vertegenwoordigd door haar oom Cornelis Leendertsz van Wijngaarden. Arij en Aeltje besluiten van de erfenis af te zien, wanneer blijkt dat de lasten en baten ongeveer gelijk zijn.